Wil je een warmtepomp in je huis laten installeren, dan kan een NIBE-installateur je helpen om de best mogelijke plaats ervoor te bepalen. De binnenunits van alle NIBE warmtepompen – dus ongeacht welk type je kiest – vergen allemaal hetzelfde vloeroppervlak van circa 60 x 62 cm: net zoveel dus als een koelkast. In hoogte variëren ze van circa 1,5 tot 2 meter. Vanwege het gewicht en om trillingen te voorkomen, moet de warmtepomp op een stabiele ondergrond worden geplaatst. Ook moet de vloer van de ruimte zijn voorzien van een afvoer. Bij een ventilatielucht/water warmtepomp is het bovendien van belang dat de warmtepomp op een plaats komt te staan waar de ventilatielucht zo effectief mogelijk door je huis kan worden verspreid. Daarnaast is er rondom de binnenunit ruimte nodig voor de installatie van leidingen, (lucht)kanalen, elektra en eventuele accessoires. Doorgaans past een binnenunit echter prima in een beperkte ruimte, zoals een trapkast.
De opstellingsplaats van de buitenunit hangt sterk af van de gekozen opstellingsplaats voor de binnenunit. Om een optimale warmteterugwinning te waarborgen, moeten beide onderdelen van je warmtepompinstallatie zo dicht mogelijk bij elkaar worden geplaatst. Staat de binnenunit bijvoorbeeld in een inpandige garage, berging of installatieruimte, dan wordt de buitenunit meestal op een stabiele en vlakke ondergrond in de tuin tegen de gevel geplaatst. Staat de binnenunit op zolder, dan wordt de buitenunit vaak – net als een airconditioner – op een plat dak of aan de buitengevel bevestigd. Om op maximaal vermogen te kunnen werken, is het belangrijk dat de buitenunit zo vrij mogelijk staat en bij voorkeur tegen tocht en wind wordt beschermd. Daarnaast moet ervoor worden gezorgd dat condenswater van de buitenunit goed wordt afgevoerd.